Ideeën voor oefenvormen:
- Klassikaal, denk ook aan variaties bij elke opdracht zoals spreid-sluit sprongen, ophurken, samenwerken...
- Parcours, opdrachten aangeven met handjes/voetjes.
- (commando)spelvorm, bijvoorbeeld met links/midden/rechts (aangeven met bv kleuren of voorwerpen).
Ideeën als een opdracht niet lukt:
- Varieer met de hoogte van het steunvlak:
Hoger = makkelijker steunen
Lager = makkelijker beenzwaaien
Ook een optie: handen op de rand en benen langs het vlak (in plaats van erover)
- Motiveer hogere beenzwaaien met hindernissen (blokkentoren, steeds hoger)
- Als het steunen niet goed gaat: oefenen met spinnetjes, kruipvormen, (spreid)handstand...
- Als de start of het einde niet goed gaat: oefenen met uitvalstand, zweefstand, schaar...
- Als het helemaal vastloopt probeer dan de spinnetjesmethode voor radslag aanleren!